Procedurebeschrijving voor het ontruimen van de kerkzaal
1. Het starten van een ontruiming
- Indien er zich een situatie voordoet waarbij de kerkzaal moet worden ontruimd kan de koster hierover afstemmen met de aanwezige bijzondere hulp verleners. De aanwezige BHV-ers worden gealarmeerd door het laten branden van een waarschuwingslamp voor in de kerkzaal.
- Bij twijfel wordt gekozen voor ontruimen. Beter een paar keer te vaak of te vroeg ontruimd, dan één keer te laat.
- Indien de kerkzaal moet worden ontruimd, loopt de koster naar de voorganger of de leider van de bijeenkomst en toont hem de tekst van een groen blad met de instructies.
- Dit resulteert in de mededeling door de voorganger dat de kerkzaal op dat moment via de vier nooduitgangen moet worden ontruimd.
- De aanwezigen blijven zitten tot hun rij aan de beurt is!
2. De vluchtrichting in de stoelenrijen – zie figuur 1
- Het middelste gedeelte van de kerkzaal: naar het dichtst bijzijnde gangpad.
- De zijdelen van de kerkzaal: naar het gangpad bij de buitenmuur.
- Bij de kerkzaal getrokken vergaderzalen: naar het gangpad bij de buitenmuur.
3. De verdeling van de ‘kerkzaal’ over de nooduitgangen – zie figuur 1
- Het middelste gedeelte van de kerkzaal: via de enkele deuren in de zijmuren (B: links, C: rechts).
- Zijdelen van de kerkzaal: via de dubbele deuren in de achterhoeken (A: links, D: rechts).
- Bij de kerkzaal getrokken vergaderzalen: via de dubbele deuren in de achterhoeken (A: links, D: rechts).
4. Volgorde van de ontruiming van de stoelenrijen – zie figuur 1
Er wordt begonnen bij die rij die het verste weg is van de betreffende nooduitgang. Deze keuze is gemaakt om te voorkomen dat de verschillende routes elkaar hinderen.
- Middelste gedeelte van de kerkzaal: vanaf de achterste rij naar de voorste rij.
- Zijdelen van de kerkzaal: vanaf de voorste rij naar de achterste rij.
- Bij de kerkzaal getrokken vergaderzalen: vanaf de achterste naar de voorste rij.
Indien de eerste drie rijen van de zijvakken leeg zijn, worden deze stoelen door de ouderlingen en diakenen tegen de vierde rij aan geschoven. Hierdoor ontstaat een betere looproute voor de mensen van het middenvak naar de deuren B en C.
5. Vluchten buiten het kerkgebouw
- Na het passeren van de uitgang over het pad door de tuin heen lopen. Let op de drempel en het looppad door de tuin.
- Na de tuin doorlopen naar de verzamelplaatsen. Route rechts: let op hondenpoep en de greppel. De beste route is langs het tunneltje lopen.
- De directe omgeving van het kerkgebouw zo spoedig mogelijk vrijmaken en vrijhouden: dit betreft de benodigde veiligheidszone en de werkruimte voor de hulpverleningsdiensten.
- Indien daartoe aanleiding is zullen de aanwezigen verder van het kerkgebouw worden weggeleid: dit kan aan de orde zijn bij brand in de kerkzaal, een dreigende explosie in het kerkgebouw of gevaren vanaf de nabij gelegen weg of het spoor.
Figuur 1 – Overzichtstekening van de kerkzaal met de looproutes.
Toelichting
– De letters ‘A’ t/m ‘D’ worden gebruikt om de verschillende nooduitgangen aan te geven.
– De plaats van de nummers ‘1’ geven de rij aan die als eerste naar de nooduitgang gaat. Indien de kerkzaal wordt ontruimd begint de ontruiming van de vergaderzalen gelijktijdig met die van de kerkzaal. De deuren A en D worden hierbij door twee stromen mensen gebruikt.
Figuur 2 – Overzichtstekening van het kerkgebouw met de directe omgeving en de looproutes en verzamelplaatsen.
Toelichting
– De letters ‘A’ t/m ‘D’ worden gebruikt om de verschillende nooduitgangen aan te geven.
– De plaats van de nummers ‘1’ geven de rij aan welke als eerste naar de nooduitgang gaat. Indien de kerkzaal wordt ontruimd begint de ontruiming van de vergaderzalen gelijktijdig met die van de kerkzaal. De deuren A en D worden hierbij door twee stromen mensen gebruikt.
De gemarkeerde gedeelten zijn de fietspaden welke gebruikt worden als verzamelplaats.
6. Verzamelplaatsen – zie figuur 2
- Kindergroepen: het fietspad vanaf de brug tot waar de fietsenstalling begint.
- Nooduitgangen A en B: het fietspad buiten het hek naast de fietsenstalling.
- Nooduitgangen C en D: het fietspad langs de Burg. De Vos van Steenwijklaan en het fietspad naast de fietstunnel tussen de brug en de Burg. De Vos van Steenwijklaan.
- Het fietspad over de brug en door de fietstunnel dient vrij te blijven!
7. Einde ontruiming(soefening)
- De bijzondere hulp verleners geven aan wanneer een ontruiming(soefening) is beëindigd.
- De hulpverleners geven aan wat er na de ontruiming gebeuren moet. Hierbij wordt er over de volgende onderwerpen informatie gegeven:
- of de kapstokken met jassen reeds naar buiten zijn gebracht of wanneer dit gebeurd.
- of de directe omgeving van het kerkgebouw wel of niet is vrijgegeven;
- of het kerkgebouw (de kerkhal en/of de kerkzaal) wel of niet toegankelijk is;
- of de kerkdienst / bijeenkomst wel of niet wordt vervolgd;
- of de geparkeerde auto’s wel of niet gebruikt en verplaatst mogen worden;
- eventueel de mogelijke oorzaak / reden voor de ontruiming;
- eventueel of er slachtoffers zijn of dat dit niet bekend is, er worden hierbij geen namen genoemd!;
- eventueel wordt nadere informatie op een later moment verspreid via de wijkouderlingen. Bijvoorbeeld over het doorgaan van nog geplande diensten.
- Eventuele opmerkingen over de ontruiming en de procedure en eventuele vragen en/of opmerkingen van de aanwezigen worden door de bedrijfshulpverleners aan de leider van de ontruiming door gegeven voor het evaluatieverslag
Eerste hulp in de kerkzaal
Als er iemand tijdens een kerkdienst of bijeenkomst in de kerkzaal onwel wordt, zal afhankelijk van de situatie, de volgende werkwijze worden gevolgd:
- Zelfstandig de kerkzaal verlaten
- Als deze persoon zelf of met hulp van anderen de kerkzaal kan verlaten, dan wordt dat op die manier uitgevoerd.
- Met behulp van een brancard
- Als deze persoon niet zelf of niet met hulp de kerkzaal kan verlaten, zal door de BHV-ers de brancard worden gebruikt. Hiervoor wordt de dienst / bijeenkomst onderbroken.
- De rij stoelen waarin de persoon zit / zat en de rij daarvoor en daarachter worden leeg gemaakt, om voldoende werkruimte voor de brancard te krijgen. De persoon wordt de kerkzaal uitgedragen en verder geholpen en de dienst / bijeenkomst wordt voortgezet.
- Reanimatie
- Als een reanimatie moet worden uitgevoerd, wordt hier direct mee gestart en wordt 112 gebeld.
- De kerkdienst wordt gestopt en de hele kerkzaal wordt ontruimd (volgens de standaard werkwijze), zodat de reanimatie in alle rust in de kerkzaal kan worden uitgevoerd.
- Daarnaast worden de ambulances opgevangen, waarbij de nooduitgang bij de zitplaats van de ouderlingen wordt gebruikt als looproute.
- De kerkzaal is weer beschikbaar als het slachtoffer voldoende is gestabiliseerd en als deze is afgevoerd. De aanwezigen nemen weer plaats in de kerkzaal waar ze worden geïnformeerd over het vervolg.
Voor vragen en/of opmerkingen hierover kunt u terecht bij Jaap Smit. Eventuele kandidaten voor de functie van hulpverlener kunnen zich bij de koster aanmelden.