Regeling voor beroepen predikant en talstelling en verkiezing van ouderlingen en diakenen

Inhoudsopgave

  • Definities
  • Regeling voor het beroepen van predikanten
  • Regeling voor talstelling en verkiezing van ouderlingen en diakenen

 

Definities

  • Bestuursraad: bestaat uit de predikanten, de algemeen scriba, de sectiescriba’s, de voorzitters van de Pastorale raden, de voorzitter van de diaconie en de penningmeester; de kerkelijk werker (als die in de gemeente werkzaam is) neemt als adviseur deel aan de vergaderingen. De Bestuursraad heeft het mandaat om het door de Kerkenraad vastgestelde beleid uit te voeren en bewaakt de uitvoering van het beleid van de Kerkenraad (door de Taakgroepen). Ook worden de zaken die op de Kerkenraad worden behandeld, voorbereid.
  • Groslijst: lijst van namen van gemeenteleden die genoemd worden voor de vervulling van vacatures voor predikant, ouderling[1] en diaken.
  • Kandidatenlijst: lijst van namen van gemeenteleden die door de Pastorale raden geschikt worden geacht als ouderling en door de Diaconie geschikt worden geacht als diaken.
  • Kerkenraad: de gezamenlijke vergadering van de pastorale raden van sectie oost en sectie west, het bestuur van de diaconie en de penningmeester.
  • Klaroen: het kerkblad van de Koningskerk.
  • Ongeldige stemmen: stembriefjes zijn ongeldig als er meer namen op staan dan het aantal vacatures, namen bevatten van personen die niet zijn gekandideerd, voorzien zijn van commentaar.
  • Pastorale raad: de vergadering van ouderlingen en predikanten van een sectie.
  • Stemgerechtigde leden: gemeenteleden die belijdend lid zijn van de Koningskerk en die de toegang tot het avondmaal niet is ontzegd[2].
  • Diaconie: de vergadering van diakenen.

[1] Hieronder wordt ook gerekend een ouderling met een speciale taak, zoals de voorzitter en de scriba van de Pastorale raad, de Kerkenraad en/of de Bestuursraad.
[2] Dit is geregeld in artikel 57 lid 2 van de Kerkorde van de GKv: Wanneer iemand de toegang tot het avondmaal is ontzegd, (…) mag hij zijn stemrecht niet uitoefenen. En in artikel D7 lid van de kerkorde van de NGK (vanaf 1 mei 2023): Zolang iemand de deelname aan het avondmaal is ontzegd, mag hij evenmin (…) deelnemen aan het kiezen van ambtsdragers.

Regeling voor het beroepen van predikanten (dienaren van Gods Woord) [3]
In dit reglement is invulling gegeven aan artikel B12[4] lid 1, lid 2 en lid 3 van de kerkorde van de GKv die gaan over de roeping van de predikant.

[3] De Kerkenraad heeft in de vergadering van 17 december 2018 besloten dat zowel vrouwen als mannen kunnen worden beroepen, benoemd en bevestigd als predikant.
[4] In de kerkorde die geldig is vanaf 1 mei 2023 is dit artikel B4.

Artikel 1

  1. Een besluit om over te gaan tot het beroepen van een predikant wordt genomen door de Kerkenraad. Dit besluit wordt voorbereid door de Bestuursraad.
  2. Het besluit van de Kerkenraad wordt aan de gemeente meegedeeld in een kerkdienst en in de Klaroen.

Artikel 2

  1. De Kerkenraad geeft een commissie opdracht een profielschets op te stellen. De commissie bestaat uit minimaal vijf leden. In deze commissie zitten in ieder geval twee ouderlingen (zo mogelijk uit elke sectie één), één diaken en twee gemeenteleden (uit beide secties één). De commissie gaat in gesprek met taakgroepen over de invulling van de profielschets en geeft de gemeenteleden de mogelijkheid om punten aan te leveren voor de profielschets.
  2. De Kerkenraad stelt de profielschets vast.

Artikel 3

  1. De Kerkenraad nodigt alle leden uit namen op te geven van predikanten, die hij of zij geschikt acht voor onze gemeente. De opgave moet gemotiveerd en ondertekend worden. Ook kan de kerkenraad de vacature voor predikant via de media publiceren.
  2. De Bestuursraad maakt een groslijst, waarop alle namen staan, die door gemeenteleden zijn ingediend. De groslijst wordt vertrouwelijk toegestuurd aan de leden van de Kerkenraad.
  3. In een vergadering van de Kerkenraad wordt de groslijst besproken. Deze vergadering is niet openbaar.
  4. Predikanten die door meer dan vijf leden van de Kerkenraad worden gesteund blijven op de lijst staan. Alle andere namen worden van de groslijst verwijderd. In een tweede ronde worden alle predikanten op de groslijst besproken. Daarna vindt een schriftelijke stemming plaats, waarbij ieder lid van de vergadering maximaal vijf predikanten mag kiezen. De predikanten komen op basis van het aantal stemmen in volgorde op de kandidatenlijst. De predikant met de meeste stemmen staat bovenaan.

Artikel 4

  1. De Kerkenraad stelt een beroepingscommissie in. De commissie bestaat uit minimaal vijf leden. In deze commissie zitten in ieder geval twee ouderlingen (zo mogelijk uit elke sectie één), één diaken en twee gemeenteleden (uit beide secties één).
  2. De Kerkenraad wijst één van de leden van de beroepingscommissie aan als voorzitter. De overige taken binnen de commissie worden in onderling overleg verdeeld.

Artikel 5

De beroepingscommissie gaat met de opdracht van de Kerkenraad en met de vastgestelde kandidatenlijst aan het werk en begint met de predikant van de kandidatenlijst op wie de meeste stemmen werden uitgebracht. De beroepingscommissie voert gesprekken met de predikant en beluistert preken van hem of haar. Ook heeft de beroepingscommissie (zo mogelijk) gesprekken met de Kerkenraad en gemeenteleden in de gemeente waar de predikant werkzaam is.

Artikel 6

  1. De beroepingscommissie doet in een niet-openbare vergadering van de Kerkenraad verslag van de werkzaamheden en een voorstel voor het beroepen van een predikant.
  2. De Kerkenraad bespreekt het voorstel van de beroepingscommissie. Daarna vindt een schriftelijke stemming plaats. Als de voorgestelde predikant 75% van het aantal uitgebrachte stemmen krijgt, zal de Kerkenraad een voorstel doen aan de gemeente om deze predikant te beroepen.

Artikel 7

In een vergadering van de Kerkenraad met de gemeente zal het voorstel voor het beroepen van een predikant worden toegelicht door de beroepingscommissie en de voorzitter van de Kerkenraad.  Daarna vindt een schriftelijke stemming plaats. Als de voorgestelde predikant 75% van het aantal door stemgerechtigde leden uitgebrachte stemmen krijgt, zal de Kerkenraad besluiten tot het beroepen van de predikant.

Artikel 8

  1. In alle fasen van het beroepingstraject zal op zorgvuldige en integere wijze worden gesproken over de kwaliteiten en eigenschappen van de predikanten waarmee gesprekken worden gevoerd.
  2. Bij alle in deze regeling genoemde stemmingen geldt dat blanco en ongeldige stemmen niet worden meegeteld.

Artikel 9

Deze regeling is herzien en vastgesteld door de kerkenraad op 20 maart 2023.
 

Regeling voor talstelling en verkiezing van ouderlingen en diakenen
In dit reglement is invulling gegeven aan de artikelen B25 en B26[5] van de kerkorde die gaan over de roeping en het aftreden van ouderlingen en diakenen.

[5] In de kerkorde die geldig is vanaf 1 mei 2023 is dit artikel B16 en artikel B17.

Artikel 1 Algemeen

  1. Gemeenteleden die belijdend lid zijn van de kerk en tot het Heilig Avondmaal zijn toegelaten kunnen verkozen en / of benoemd worden als ouderling of diaken.
  2. Stemgerechtigde leden kunnen namen opgeven voor de talstelling en kunnen hun stem uitbrengen als er verkiezingen zijn.

Artikel 2 Zittingsperiode

  1. De periode dat een gemeentelid ouderling of diaken is, is vier jaren.
  2. Verlenging van de periode is mogelijk voor de duur van een jaar. Er kan maximaal vier keer tot een verlenging worden besloten als er naar het oordeel van de Pastorale raad of de Diaconie bijzondere omstandigheden zijn.
  3. Een besluit tot verlenging voor een ouderling wordt genomen door de Pastorale raad. Een besluit tot verlenging van de periode van een diakenen wordt genomen door de Diaconie. Over verlenging van de periode van de algemeen scriba besluit de kerkenraad.
  4. Stemgerechtigde leden worden in de gelegenheid gesteld bezwaren in te dienen tegen de verlenging van de periode.
  5. De Pastorale raad of de Diaconie kan gemotiveerd een kortere periode voorstellen voorafgaand aan de invulling van een vacature.
  6. Na afloop van een periode is het afgetreden gemeentelid in principe drie jaar vrijgesteld van het werk als ouderling of diaken.

Artikel 3 Verwantschap

  1. Als regel mogen in hetzelfde ambt[6] niet meer dan twee personen uit één familie dienen, die tot elkaar staan in eerste of tweede graad van verwantschap. Afwijking van deze regel kan alleen met goedkeuring van de Kerkenraad.
  2. Gemeenteleden die met elkaar gehuwd zijn, kunnen niet tegelijk dienen in hetzelfde ambt.
  3. Echtgenoten / partners van een predikant en van een kerkelijk werker kunnen geen ouderling of diaken worden in de periode dat de predikant of kerkelijk werker actief is in de gemeente.

[6] Ambt: ouderling, ouderling-algemeen scriba of diaken.

Artikel 4 Vaststelling vacatures en opgeven van namen

  1. Aan het begin van het proces van talstelling en verkiezingen bepalen de Pastorale raden en de Diaconie het aantal vacatures.
  2. Het aantal vacatures voor ouderlingen en diakenen wordt per sectie vastgesteld.
  3. De gemeente wordt over het aantal vacatures en het proces van talstelling en verkiezing geïnformeerd via mededeling in de kerkdiensten en via de Klaroen.
  4. Stemgerechtigde leden krijgen de gelegenheid om door middel van een ondertekend formulier, een brief of een email namen in te dienen van gemeenteleden die zij geschikt vinden voor de taak van ouderling en/of diaken.
  5. Als regel zullen stemgerechtigde leden alleen gemeenteleden uit de eigen sectie worden voorgedragen. Afwijking van deze regel kan alleen met goedkeuring van de Kerkenraad. Voor de taak van algemeen scriba mogen stemgerechtigde leden gemeenteleden uit beide secties voordragen.

Artikel 5a Talstelling ouderlingen

  1. De scriba van de Pastorale raad zorgt voor de opstelling van de groslijst, waarop alle namen zullen voorkomen die door gemeenteleden zijn ingediend voor de taak van ouderling. De groslijst wordt vertrouwelijk toegestuurd aan de leden van de Pastorale raad.
  2. De Pastorale raad bespreekt de groslijst in een niet-openbare vergadering. Na bespreking van de groslijst stelt de Pastorale raad de kandidatenlijst voor ouderlingen vast. Deze kandidatenlijst is één jaar geldig.
  3. Het opstellen van de kandidatenlijst vindt plaats in twee ronden.
    1. In de eerste ronde wordt het voorgedragen gemeentelid beoordeeld op geschiktheid voor de taak. Ook wordt in deze ronde beoordeeld of er sprake is van verwantschap, zoals beschreven in artikel 3. Als een gemeentelid geschikt is en er is geen sprake van verwantschap, blijft de naam op de lijst staan. Als een gemeentelid niet geschikt is en/of als sprake is van verwantschap, wordt de naam van de lijst gehaald.
    2. In de tweede ronde wordt gesproken over de beschikbaarheid van het gemeentelid die geschikt is voor de taak. Als daarover geen informatie bekend is, gaat de ouderling van het betreffende gemeentelid met hem of haar in gesprek.
  4. De scriba van de Pastorale raad en de secretaris van de Diaconie hebben afstemming met elkaar over de kandidatenlijst om te voorkomen dat gemeenteleden als ouderling én als diaken worden gekandideerd.
  5. In een volgende vergadering van de Pastorale raad wordt de informatie over beschikbaarheid meegenomen in de kandidaatstelling. Als zich in deze fase een situatie van verwantschap voordoet, besluit de Pastorale raad met toepassing van artikel 3.
  6. De Pastorale raad stelt de kandidatenlijst voor ouderlingen vast. Indien mogelijk staan op de kandidatenlijst twee keer zoveel namen als het aantal te verkiezen personen. Als het aantal geschikte en beschikbare gemeenteleden meer is dan twee maal het aantal vacatures wordt de kandidatenlijst via schriftelijke stemming vastgesteld door de Pastorale raad.
  7. Als de kandidatenlijst meer namen bevat dan het aantal te verkiezen personen worden er verkiezingen uitgeschreven. De gemeente wordt hierover geïnformeerd met mededeling van de datum van de verkiezing.
  8. Als de kandidatenlijst evenveel namen bevat als het aantal te verkiezen personen, worden deze personen door de Pastorale raad benoemd. De gemeente wordt hierover geïnformeerd en de stemgerechtigde leden worden in de gelegenheid gesteld bezwaren in te dienen tegen de benoeming.
  9. Bij de invulling van tussentijdse vacatures kan de Pastorale raad besluiten zoveel gemeenteleden als voor de invulling nodig zijn aan de gemeente voor te stellen. De gemeente wordt hierover geïnformeerd en de stemgerechtigde leden worden in de gelegenheid gesteld bezwaren in te dienen tegen de benoeming.

Artikel 5b Talstelling diakenen

  1. De scriba van de Pastorale raad zorgt voor de opstelling van de groslijst, waarop alle namen zullen voorkomen die door gemeenteleden zijn ingediend voor de taak van diaken. De scriba van de Pastorale raad stuurt, na bespreking in de Pastorale raad, de groslijst voor diakenen naar de secretaris van de Diaconie. Op de groslijst staan de namen die door gemeenteleden zijn ingediend voor de taak van diaken en waarvan de pastorale raad heeft vastgesteld dat er geen dringende redenen zijn die een eventuele talstelling en benoeming tot diaken verhinderen. De groslijst wordt vertrouwelijk toegestuurd aan de leden van de
  2. De Diaconie bespreekt de groslijst in een niet-openbare vergadering. Na bespreking van de groslijst stelt de Diaconie de kandidatenlijst voor diakenen vast. Deze kandidatenlijst is één jaar geldig.
  3. Het opstellen van de kandidatenlijst vindt plaats in twee ronden.
    1. In de eerste ronde wordt het voorgedragen gemeentelid beoordeeld op geschiktheid voor de taak. Ook wordt in deze ronde beoordeeld of er sprake is van verwantschap, zoals beschreven in artikel 3. Als een gemeentelid geschikt is en er is geen sprake van verwantschap, blijft de naam op de lijst staan. Als er een gemeentelid niet geschikt is en/of als er sprake is van verwantschap, wordt de naam van de lijst gehaald.
    2. In de tweede ronde wordt gesproken over de beschikbaarheid van het gemeentelid die geschikt is voor de taak. Als daarover geen informatie bekend is, gaat de diaken van het betreffende gemeentelid met hem of haar in gesprek.
  4. De secretaris van de Diaconie en de scriba’s van de Pastorale raden hebben afstemming met elkaar over de kandidatenlijst om te voorkomen dat gemeenteleden zowel als ouderling en als diaken worden gekandideerd.
  5. In een volgende vergadering van de Diaconie wordt de informatie over beschikbaarheid meegenomen in de kandidaatstelling. Als zich in deze fase een situatie van verwantschap voordoet, besluit de Diaconie met toepassing van artikel 3.
  6. De Diaconie stelt de kandidatenlijst voor diakenen vast. Indien mogelijk staan op de kandidatenlijst twee keer zoveel namen als het aantal te verkiezen personen. Als het aantal geschikte en beschikbare gemeenteleden meer is dan twee maal het aantal vacatures wordt de kandidatenlijst via schriftelijke stemming vastgesteld door de Diaconie.
  7. Als de kandidatenlijst meer namen bevat als het aantal te verkiezen personen worden er verkiezingen uitgeschreven. De gemeente wordt hierover geïnformeerd met mededeling van de datum van de verkiezing.
  8. Als de kandidatenlijst evenveel namen bevat dan het aantal te verkiezen personen, worden deze personen door de Diaconie benoemd. De gemeente wordt hierover geïnformeerd en de stemgerechtigde leden worden in de gelegenheid gesteld bezwaren in te dienen tegen de benoeming.
  9. Bij de invulling van tussentijdse vacatures kan de Diaconie besluiten zoveel gemeenteleden als voor de invulling nodig zijn aan de gemeente voor te stellen. De gemeente wordt hierover geïnformeerd en de stemgerechtigde leden worden in de gelegenheid gesteld bezwaren in te dienen tegen de benoeming.

Artikel 5c Talstelling ouderling met specifieke taak van algemeen scriba

  1. De scriba’s van de Pastorale raden zorgen voor de opstelling van de groslijst, waarop alle namen zullen voorkomen die door gemeenteleden zijn ingediend voor de taak van algemeen scriba. De groslijst wordt vertrouwelijk toegestuurd aan de leden van de pastorale raden.
  2. De pastorale raden bespreken de groslijst in een niet-openbare vergadering.
  3. Het opstellen van de kandidatenlijst vindt plaats in twee ronden.
    1. In de eerste ronde wordt het voorgedragen gemeentelid beoordeeld op geschiktheid voor de taak. Als een gemeentelid geschikt is, blijft de naam op de lijst staan. Als een gemeentelid niet geschikt is, wordt de naam van de lijst gehaald.
    2. In de tweede ronde wordt gesproken over de beschikbaarheid van het gemeentelid die geschikt is voor de taak. Als daarover geen informatie bekend is, gaat de ouderling van het betreffende gemeentelid en/of een ouderling die lid is van de Bestuursraad met hem of haar in  gesprek.
  4. In een volgende vergadering van de Pastorale raad wordt de informatie over beschikbaarheid meegewogen in de kandidaatstelling.
  5. Na bespreking in de beide Pastorale raden worden de kandidatenlijst voor algemeen scriba door de Bestuursraad samengevoegd en vertrouwelijk toegestuurd aan de kerkenraad voor bespreking in een niet-openbare vergadering. Indien mogelijk staan op de kandidatenlijst twee keer zoveel namen als het aantal te verkiezen personen. Als het aantal geschikte en beschikbare gemeenteleden meer is dan twee maal het aantal vacatures wordt de kandidatenlijst via schriftelijke stemming door de kerkenraad vastgesteld. De kandidatenlijst is één jaar geldig.
  6. De Kerkenraad stelt voor de taak van algemeen scriba tenminste één gemeentelid aan de gemeente voor.
  7. Als de kandidatenlijst meer namen bevat worden er verkiezingen uitgeschreven. De gemeente wordt hierover geïnformeerd met mededeling van de datum van de verkiezing.
  8. Als op de kandidatenlijst één naam staat, wordt dit gemeentelid door de Kerkenraad De gemeente wordt hierover geïnformeerd en de stemgerechtigde leden wordt in de gelegenheid gesteld bezwaren in te dienen tegen de benoeming.

Artikel 6 Verkiezingen

  1. Verkiezingen vinden niet plaats binnen tien dagen na de eerste mededeling aan de gemeente.
  2. De scriba’s van de Pastorale raden stellen samen met de secretaris van de Diaconie voor hun sectie een stemcommissie samen. De commissies zorgen voor een zorgvuldige gang van zaken tijdens de verkiezingen, een kort evaluatieverslag en het proces-verbaal. De commissies bestaan per sectie minimaal uit vier personen: de scriba van de pastorale raad, een ouderling, een diaken en een gemeentelid.
  3. De verkiezingen vinden plaats voor beide secties op de vastgestelde dag.
  4. Per sectie zijn stembiljetten beschikbaar met alle namen op de kandidatenlijst voor ouderling, diaken en/of algemeen scriba.
  5. Na het ondertekenen van een presentielijst kunnen stemgerechtigde leden een stembiljet invullen en inleveren in de stembus.
  6. Stemgerechtigden die verhinderd zijn hun stembiljet persoonlijk af te geven kunnen hun stem schriftelijk uitbrengen in een gesloten enveloppe. Deze schriftelijke stem dient uiterlijk op de dag van de verkiezingen voor 13.00 uur bij de scriba van de Pastorale raad zijn ingeleverd.
  7. De uitgebrachte stemmen zullen door de stemcommissies van beide secties worden geteld binnen 36 uur nadat de stembus gesloten is.
  8. Van de telling van de uitgebrachte stemmen zal per sectie proces-verbaal worden opgemaakt. Het proces -verbaal per sectie wordt ondertekend door de scriba van de Pastorale raad en nog een lid van de stemcommissie. In het proces-verbaal staat:
    • het aantal ingeleverde stembriefjes;
    • het aantal geplaatste handtekeningen op de presentielijst;
    • het aantal ingeleverde schriftelijke stemmen;
    • het aantal geldige stemmen;
    • het aantal blanco en ongeldige stemmen;
    • het aantal op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen;
    • de kiesdeler;
    • de namen van de verkozen personen.

Artikel 7 Vaststelling verkiezingsuitslag

  1. Ongeldige stemmen en blanco stemmen gelden voor de bepaling van de uitslag van de verkiezingen als niet uitgebrachte stemmen.
  2. De stemming heeft de functie van het bepalen van een voorkeursvolgorde. Hierdoor maakt het minder uit hoeveel stemmen er uiteindelijk zijn behaald door de kandidaat. Wel is er een kiesdrempel. De kiesdrempel is een kwart van het aantal stemmers (inclusief de eventuele schriftelijke stemmen). Verkozen zijn zij die de kiesdrempel hebben behaald.
  3. Als er meer personen verkozen zijn dan het aantal vacatures worden zij die de meeste stemmen hebben gekregen, benoemd. Is voor de laatste vacature een gelijk aantal stemmen op meerdere personen uitgebracht, dan beslist de Pastorale raad wie er wordt benoemd als ouderling en de Diaconie wie er wordt benoemd als diaken.
  4. De verkozen maar niet benoemde kandidaten zijn nog maximaal een jaar benoembaar in ontstane vacatures.
  5. Wanneer in een stemming alle kandidaten een gelijk aantal stemmen hebben gekregen en er dus geen volstrekte meerderheid is, beslist de Pastorale raad wie er wordt benoemd als ouderling en de Diaconie wie er wordt benoemd als diaken.
  6. Eventuele bezwaren tegen de procedure van de stemming moeten binnen 24 uur na de stemming schriftelijk worden ingediend bij de scriba van de pastorale raad.
  7. De uitslag van de verkiezing wordt zo spoedig mogelijk aan de gemeenteleden op de kandidatenlijst meegedeeld.
  8. Het proces-verbaal wordt gepubliceerd in het eerstvolgende nummer van de Klaroen nadat de benoemingen zijn gedaan (zie artikel 8 lid 1).

Artikel 8 Benoeming

  1. Op de eerstvolgende vergadering van respectievelijk de Pastorale raad, de Diaconie en de Bestuursraad na de stemming wordt de verkiezingsuitslag vastgesteld en worden de benoemingen gedaan. Daarbij worden eventueel ingebrachte procedurele bezwaren besproken en wordt daarover een besluit genomen.
  2. De benoemde en niet benoemde gemeenteleden worden geïnformeerd over het besluit door hun ouderling. De benoemde gemeenteleden ontvangen een benoemingsbrief van de scriba van de Pastorale raad of de secretaris van de Diaconie.
  3. Gemeenteleden die zijn benoemd krijgen de mogelijk een cursus te volgen zoals die door de classis wordt aangeboden, ter voorbereiding op hun taak.
  4. Mededeling van de benoemingen zal gedaan worden in de kerkdienst op de eerstvolgende zondag na de benoemingen en in het eerstvolgende nummer van de Klaroen, met vermelding van de datum van de bevestiging en inzegening.

Artikel 9 Bezwaren

  1. Als benoemde gemeenteleden bezwaren hebben tegen hun benoeming kunnen zij schriftelijk of per email hun bezwaar indienen bij de scriba van de Pastorale raad of de secretaris van de Diaconie binnen veertien dagen na de mededeling van de benoemingen aan de gemeente en een week na het verschijnen van de Klaroen. Een bezwaar moet gemotiveerd zijn.
  2. Bezwaren van gemeenteleden tegen benoemingen kunnen schriftelijk of per email worden ingediend bij de scriba van de Pastorale raad of bij de secretaris van de Diaconie of (voor de algemeen scriba) bij de voorzitter van de Bestuursraad binnen veertien dagen na de mededeling van de benoemingen aan de gemeente en een week na het verschijnen van de Klaroen. Een bezwaar moet gemotiveerd zijn.
  3. Ingediende bezwaren worden door de Pastorale raad en /of de Diaconie en / of de Bestuursraad besproken binnen veertien dagen na de sluitingstermijn voor de indiening van bezwaren.

Artikel 10 Bevestiging

Als geen gegronde bezwaren zijn ingediend, de bezwaren niet ontvankelijk zijn of bezwaren na zorgvuldige behandeling en beoordeling zijn afgewezen, zal de bevestiging en inzegening van benoemde gemeenteleden als ouderling of diaken plaats vinden in een kerkdienst.

Artikel 11 Slotbepaling

In situaties waarin deze regeling niet voorziet beslist de Kerkenraad.

Artikel 12

Deze regeling is herzien en vastgesteld door de Kerkenraad op 20 maart 2023.